Digitale dienst­verlening met WMEBV

Gemeenten moeten vanaf 1 januari 2026 voor al hun dienstverlening digitale kanalen aanbieden. Dat staat in de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV). De WMEBV vraagt veel van gemeenten, maar biedt ook de kans om samen een robuuste en herbruikbare oplossing te ontwikkelen.

Wie digitaal een aanvraag doet bij de gemeente, moet die ook online kunnen volgen, staat er in de wet. Gemeenten hebben een zorgplicht: aanvragen moeten digitaal in te zien zijn en als gemeente moet je formele berichten, zoals besluiten of statusupdates, via hetzelfde kanaal delen. Werkt het voorkeurskanaal niet, dan moet de gemeente zorgen voor een alternatief.

In organisaties als gemeenten, met vele applicaties en een enorme hoeveelheid aan berichten, wordt dat al snel ingewikkeld. Hoe leg je de voorkeuren van inwoners vast? Hoe beheer je verschillende kanalen? En hoe zorg je dat alles veilig, betrouwbaar en schaalbaar blijft?

Omnichannel output management

De oplossing ligt in een combinatie van een Output Management Component (OMC) en een notificatietool. Vindt er een gebeurtenis plaats, dan bepaalt het OMC via welk kanaal de inwoner een bericht ontvangt. Gemeenten kunnen dit component aanpassen aan hun eigen wensen en standaarden, met bijvoorbeeld eigen templates en vormgeving. 

Het werkt zo: een gebeurtenis wordt geregistreerd. Het OMC bepaalt om welk type gebeurtenis het gaat en welk kanaal de inwoner heeft gekozen. Daarna stelt het systeem het bericht samen en biedt dit via Notify.nl aan.

Event-driven notificatieservice

Notify.nl verzorgt de aflevering. Deze dienst is gebaseerd op Notify uit het Verenigd Koninkrijk, dat berichten voor de hele overheid via bijvoorbeeld post, sms of mail verstuurt. In Nederland komt daar de Berichtenbox van MijnOverheid bij. 

Het resultaat is een schaalbare service die berichten event-driven verwerkt. De juiste registratie van klant- en zaakgegevens vormt de basis. Registreert een applicatie conform Common Ground, dan heb je niet meer voor elke applicatie een eigen integratie nodig om klanten te notificeren. Die schaalbaarheid is een goede reden om de Common Ground-registers op de juiste wijze in te zetten. 

Eerste toepassingen in Rotterdam en Den Haag

Rotterdam is gestart met een programma om de WMEBV te implementeren met behulp van het OMC. Gemeente Den Haag gebruikt dit component al. Rotterdam bouwt voort op denkwerk uit Den Haag, aangevuld met de criteria van de eigen organisatie.

Tegelijkertijd voert het team een gap-analyse uit: wat vraagt de wet precies en wat kan de huidige techniek al? Zo is er nu bijvoorbeeld nog geen voorziening om automatisch een ander kanaal te kiezen als een e-mail niet aankomt. Dat wordt een volgende stap.

Naar een uniforme aanpak

De ambitie gaat verder dan één gemeente. Door patronen vast te leggen, kunnen gemeenten pakketten en componenten straks op dezelfde manier gebruiken. Dat voorkomt ruis en maakt bredere inzet van producten mogelijk.

Het programma WMEBV beschrijft hiervoor de doelarchitectuur, opgeknipt in functionele bouwblokken. Een parallel project onderzoekt welke processen en applicaties er al zijn, hoe kunnen die voldoen aan de wet en waar ze op kunnen aansluiten.

Samen werken aan patronen

Binnen de Common Ground-beweging is een werkgroep ingericht die patronen documenteert. Daarbij komen praktische vragen aan bod: hoe maak je een klant aan, welke attributen sla je op en hoe lang is een e-mailadres juridisch houdbaar? Het doel is om weeffouten eruit te halen, kennis te bundelen en dit landelijk beschikbaar te maken. 

Vanuit Rotterdam werken onze solution architect Joeri en projectleider Robert de Kuijer aan een referentieoplossing waar ook andere gemeenten mee vooruit kunnen. Architecten als Jan Brekelmans (Den Haag) en Frank Molenaar (Worth Systems) leveren input. De eerste resultaten worden in november 2025 gepresenteerd tijdens het Fieldlab.